Aan de hand van het bijdrageplichtig inkomen bepaalt het CAK de eigenbijdrage voor personen met Wlz-zorg of Wmo-zorg met verblijf.
De eerste 4 maanden van het verblijf betalen zorggebruikers een lage eige bijdrage, daarna wordt die omgezet in een hoge eigen bijdrage.
Situaties waarbij iemand een lage eigen bijdrage betaalt, zijn:
- De zorggebruiker is voor het eerst opgenomen in een Wlz-instelling of de eerdere opname was langer dan 4 maanden geleden. De zorggebruiker betaalt de eerste 4 maanden (de wachttijd) de lage eigen bijdrage;
- Voor verblijf in een instelling voor beschermd wonen betaalt de zorggebruiker de eerste 4 maanden een LEB;
- De zorggebruiker (of partner) heeft een indicatie voor tijdelijk verblijf langer dan 4 maanden (samenhangend met het zorgzwaartepakket) of de zorggebruiker heeft een verklaring terugkeer naar de maatschappij;
- De zorggebruiker betaalt het levensonderhoud van kinderen waarvoor kinderbijstlag wordt ontvangen of de kinderen krijgen studiefinanciering;
- De zorggebruiker is gehuwd en partner woont nog thuis. Personen met een ongehuwden AOW gelden voor de Wlz als ongehuwd, ook als ze niet wettelijk gescheiden zijn;
- De zorggebruiker ontvangt het volledig pakket thuis (vpt);
- De zorggebruiker maakt gebruik van een modulair pakket thuis (mpt);
- De zorggebruiker maakt gebruik van een persoonsgebonden budget (pgb).
In alle overige gevallen betaalt de zorggebruiker een hoge eigen bijdrage.
In de periode 2015-2018 betaalden zorggebruikers de eerste 6 maanden een lage eigen bijdrage.
Synoniemen: LEB