Kortdurend verblijf is het verblijf in een instelling voor een afgebakende periode.
Kortdurend verblijf is er voor verschillende doeleinden en wordt uit verschillende wetten gefinancierd.
Wlz: vanaf 2015 kunnen personen met een Wlz-indicatie die gebruik maken van zorg thuis middels een vpt, mpt of pgb, gedurende maximaal drie etmalen per week gebruik maken van kortdurend verblijf. Dit wordt ook wel logeeropvang genoemd en is bedoeld om degene die gewoonlijk de zorg in de thuissituatie verleent te ontlasten.
Wmo 2015 en Jeugdwet: vanaf 2015 is kortdurend verblijf mogelijk voor personen die zorg en ondersteuning ontvangen uit de Wmo 2015 of de Jeugdwet, bijvoorbeeld om ouders tijdelijk te ontlasten. Kortdurend verblijf is niet bedoeld om het normale dagelijkse toezicht van ouders op kinderen over te nemen.
Zvw: vanaf 2017 wordt kortdurend verblijf op medische indicatie (bijvoorbeeld na opname in een ziekenhuis) gefinancierd uit de Zvw. Deze zorg wordt ook wel eerstelijnsverblijf genoemd. Van 2015 to 2017 is eerstelijnsverblijf ondergebracht in de subsidieregeling Eerstelijnsverblijf onder de Wlz.
AWBZ: tot 2015 is kortdurend verblijf gefinancierd vanuit de AWBZ. Kortdurend verblijf gaat samen met de functies begeleiding, persoonlijke verzorging of verpleging.
In de tabellen over Uitgaven en volume is kortdurendverblijf (verblijfscomponent) opgenomen onder overige intramurale basisprestaties, terwijl de overige functies tijdens dit verblijf onder extramurale zorg vallen.
Synoniemen: Kort verblijf, Logeeropvang